Artikelen

NRC Opinie: ‘Nu niet samen dansen, okay. Nooit meer dansen? No way’

Eigen beeld
Verscheen op 18 september op nrc.nl; 21 september in NRC Handelsblad.
maakt zich zorgen over de toekomst van het nachtleven. 

‘Geef het volk brood en spelen’, zo bekritiseerde de satirische dichter Juvenalis de domheid en oppervlakkigheid van het Romeinse volk, dat zich niet langer druk maakte om de stand van de politiek.

Gelukkig leven we in een land waar dat allerminst het geval is. Voor- en tegenstanders van het coronabeleid gaan te pas en te onpas de straat op. En dat brood? Daar voorziet de overheid ons in met haar steunpakketten.

Maar dan heb je dus nog die spelen, die niet geheel irrelevant zijn. De nachtclubs en discotheken zijn sinds maart onafgebroken gesloten. Alle meer dan 1.000 festivals in Nederland, die bij elkaar door zo’n 26 miljoen personen worden bezocht, moesten geannuleerd worden of zo aangepast dat van een festival niet langer sprake is.

Begrijpelijk, omdat het in acht nemen van de anderhalve meter afstand daar onmogelijk is. Maar hoe ver weg het ook klinkt, ooit gaat deze pandemie voorbij: zelfs de pest is verdwenen En wat is er dan nog over van het nachtleven? Heeft het volk dan nog wel hun spelen?

De sector zelf denkt van niet: op 5 september verzamelde zo’n drieduizend man zich op het Amsterdamse Museumplein onder de leus ‘De Nacht Wacht’. Men begrijpt wel dat dansen nu even niet kan, maar zal het straks, na de pandemie, nog kunnen?

Overheidssteun blijft vooralsnog uit, volgens de Amsterdamse nachtburgemeester Ramon de Lima op 8 september in deze krant, en dat terwijl minister Wopke Hoekstra (Financiën, CDA) miljarden uit zijn zak trekt. Waarom vinden die hun weg niet richting het nachtleven? Of, als we nog wat verder uit de doos denken: waarom redt de overheid niet het nachtleven op dezelfde manier zoals zij banken redde in 2008?

Trots op dancesector

Nederland is, terecht, trots op zijn dancesector. Onze Armin van Buuren, Tiësto, Martin Garrix en Hardwell, die zich in ons nachtleven hebben ontwikkeld, zijn al vaker uitgeroepen tot beste dj ter wereld.

Het toonaangevende Amsterdam Dance Event, ooit als muziekconferentie begonnen, trekt jaarlijks honderdduizenden bezoekers.

Onze nachtclubs en festivals zijn immateriëel nationaal erfgoed. Het verlies dat de sector wereldwijd (!) draait, wordt door onderzoeksbureau Viberate geraamd op 14,1 miljard euro. Vergelijk dat met de 17 miljard euro die de Nederlandse staat uitgaf, enkel en alleen aan ABN Amro en Fortis.En onze festivals? Die trekken steeds meer buitenlandse bezoekers – uit 52 landen op het Utrechtse Le Guess Who en uit 70 landen op Defqon.1 – volgens de festivalorganisator ‘de Verenigde Naties van de hardstyle’ (de Volkskrant, 2/8/2019 ).

Uiteraard zit niet elke belastingbetaler te wachten op een overheid die nachtclubs overneemt.

Deze crisis is niemands schuld

Maar houd daarbij in het achterhoofd dat de banken in 2008 in feite gered moesten worden door ondeugdelijk bestuur. De crisis waar de clubs nu in terecht zijn te komen, valt hen niet aan te rekenen: dat is overmacht. En juist bij overmacht dient een overheid te beschermen.

Bovendien kan het nachtleven een essentiële schakel in de ontwikkeling zijn, zo zegt ook nachtburgemeester De Lima. Daarin leren mensen – vaak, maar niet uitsluitend jongeren – ruimte op te eisen en experimenteren ze in een veilige omgeving waar ze zichzelf kunnen leren kennen.

En anders? Anders zullen clubs alsnog stiekem hun deuren openen. Als handhaving langskomt, gaan de lichten aan en moet iedereen snel op z’n stoel gaan zitten.

Anders krijg je dat jongeren zich verzamelen op illegale raves, onder viaducten en in bossen, waar de politie geen zicht meer op heeft en coronabrandhaarden ontstaan.

We mogen absoluut van geluk spreken dat we in ons brood voorzien worden, maar nu resten die spelen nog. Zo oppervlakkig en zo dom als Juvenalis ze beschreef, zijn ze allang niet meer.