Artikelen

Het Parool: Surinaamse docenten lossen Amsterdams tekort op: ‘Hij zei: juf, u bent lit’

Eigen beeld

Een inventieve oplossing voor het lerarentekort kan komen van de andere kant van de oceaan: Surinaamse docenten staan te springen om op Amsterdamse basisscholen aan de slag te gaan. Toch zijn schoolbesturen soms terughoudend.

Eric Bastiaansen, directeur van het Brabantse opleidingsinstituut Interteach, dat zich specialiseert in de gezondheidszorg en het onderwijs, heeft vorig jaar in Suriname met eigen ogen het enthousiasme gezien om in het ­Nederlandse onderwijs te werken. “Toen we onze komst op ­Facebook aankondigden, meldden zestig mensen zich al aan. Na een oproepje in de krant verschenen op de bijeenkomst die we organiseerden zeshonderd mensen.”

Veel Surinaamse docenten staan te trappelen om naar het over het algemeen welvarender en politiek stabielere Nederland te gaan. Een mogelijke, al dan niet tijdelijke oplossing voor het nijpende lerarentekort?

Bastiaansen heeft tientallen Surinaamse leerkrachten door heel Nederland ingezet, maar in Amsterdam krijgt hij geen voet aan de grond. Hij zegt ‘zeker een honderdtal docenten’ beschikbaar te hebben die over willen komen. In de stad zien zowel schoolbesturen als bemiddelings­bureaus echter soms nog beren op de weg.

Niet in de laatste plaats vormt de opleiding een obstakel: de hoogste lerarenopleiding in ­Suriname wordt veelal gewaardeerd als gelijk aan drie van de vier jaar pabo in Nederland. Men moet zich dus laten bijscholen.

Bestuurder Joke Middelbeek, van stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden met zestien scholen in Amsterdam-Nieuw-West, is daarom terughoudend. “Deze Surinaamse docenten moeten zijinstromen en soms bijvoorbeeld ook beter Nederlands leren. Wij hebben geen extra capaciteit om hen op te leiden. We willen vakpersoneel aantrekken, geen extra mensen die we nog moeten opleiden.” Ze ziet daarom eerder buiten de Randstad plek voor deze groep. “Daar is die opleidingscapaciteit er wellicht wel.”

Digibord

De Amsterdamse Lydia Homan, die met haar bureau KDV-Werving al een jaar Surinaamse docenten naar Amsterdam probeert te halen, vindt het belachelijk. “Zelf had ik een kinderdag­verblijf in Zuid, waar het een drama was om aan personeel te komen. Terwijl er zo veel mensen met een bevoegdheid rond­lopen in Suriname.” Vooralsnog vangt zij bij veel schoolbesturen bot, volgens haar omdat zij een werkvergunning weigeren aan te vragen voor de docenten.

Dat is niet het enige bezwaar. Bastiaansen van Interteach ziet dat de onderwijswereld in Suriname ‘beduidend anders’ is dan in Nederland. “Veel docenten zijn bijvoorbeeld niet bekend met een digibord, wat voor ons de normaalste zaak van de wereld is.”

Ook de cultuur op school verschilt. “Ouders en leerlingen hebben in Suriname veel meer respect voor de leerkracht.” Daarom zet hij docenten eerst twee weken bij wijze van proef in, wanneer ze in Nederland aankomen: dat kost ontvangende scholen niets.

Marijke van Amersfoort, directeur van basisschool Samenspel in Amsterdam-Zuidoost, heeft al eerder een vijftal docenten met een Surinaamse bevoegdheid via uitzendbureaus in dienst genomen. “In het begin waren we er niet zo blij mee, omdat we natuurlijk bevoegde leerkrachten zochten.” Maar onbevoegd staat niet gelijk aan onbekwaam, zo bleek. “Sommige leerkrachten hebben al tien, zelfs twaalf jaar voor de klas gestaan.”

Natuurlijk overwicht

De leerkrachten blijken uitstekend de klas te kunnen managen. “Het lastigste aan het vak is de band met de kinderen. Maar wij hebben 95 procent kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond. Die zien in zo’n leerkracht iets vertrouwds. Dan heb je een natuurlijk overwicht.”

Hubert de Waard, personeelsdirecteur van scholenkoepel Zonova, met twintig scholen in Amsterdam-Zuidoost, heeft ook een aantal docenten vanuit Suriname laten invliegen. Die moesten wel bij hem solliciteren: op die manier hield De Waard de regie in handen, en was hij niet te veel geld kwijt.

De bevoegdheid vormde voor hem geen probleem: bij De Waard kunnen de docenten werkervaring opdoen en, evenals bij Van Amersfoort, hun pabo-diploma halen. “Initiatieven om het lerarentekort tegen te gaan, juichen we alleen maar toe,” zegt De Waard. “Daarbij gaan we wel voor kwaliteit, niet kwantiteit.” Inmiddels zijn enkele docenten succesvol via deze route aan de slag gegaan op basisscholen in Zuidoost.

Voor De Waard voert vooral een positief cultuurverschil de boventoon. “De Surinaamse docenten bij ons hebben een enorm enthousiasme,” zegt hij. Met regelmaat bellen basisscholen Bastiaansen ’s ochtends als er een juf ziek is geworden. “Er zijn docenten die in Leeuwarden wonen en zonder te klagen met het openbaar vervoer naar Amsterdam gaan om in te vallen. Probeer ’s morgens vroeg maar eens een Nederlandse leerkracht uit zijn nest te bellen: die zijn er niet voor te porren.”

Virginia Khoeblal (54) werkt drie weken op basisschool Samenspel. “Ik heb mijn onderwijsbevoegdheid in Suriname gehaald, maar daarna heel lang politiewerk gedaan. Toen ik dat door ziekte niet meer kon doen, ben ik gaan nadenken over wat ik het liefst doe. Op mijn eerste dag in groep 4 zei een jongen tegen me: ‘juf, u bent lit’. Ik vroeg mijn zoon meteen wat dat betekende. Hij zei: maak je geen zorgen, ze vinden je leuk!”

Anastasia Sacco (41), werkt een half jaar op Samenspel. “Ik heb tien jaar lang lesgegeven aan groep 1 en 2 in Suriname. Ik wist daarom al hoe ik met de kinderen om moest gaan. Hier merk ik wel dat kinderen snel met computers en telefoons in aanraking komen. Als je in Suriname de les aanschouwelijk wilde maken, deed je dat met restmaterialen. Daar werd ik wel creatief van.”

Nancy Sylvester (38), werkt een jaar op Samenspel. “In Nederland merk je dat de les­overdracht veel vaker digitaal plaatsvindt. In Suriname doen we dat gewoon met het krijtbord. Het was even wennen, maar ik merk dat ik het aankan. Suriname ga ik altijd blijven missen: ik ben er geboren. Maar ik heb deze keuze gemaakt, waar ik volledig voor ga. Mijn band met Suriname zal immers altijd blijven.”

Nathalie Augustuszoon (37), werkt bijna twee jaar op Samenspel. “Ik geef les aan nieuwkomers: kinderen uit bijvoorbeeld China of Ghana, die Nederlands moeten leren. Je moet veel geduld met hen hebben: de kinderen die je in de klas krijgt hebben allemaal een ander verhaal. Het Nederlandse onderwijs verschilt pedagogisch niet veel van het Surinaamse: je weet hoe je je moet opstellen in de klas.”

Verscheen in Het Parool.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.[paytium name=”Eenmalige donatie Tahrim Ramdjan” description=”Eenmalige donatie Tahrim Ramdjan”] [paytium_dropdown label=”Ik doneer” options=”1,50/5/10/25/100/250″ options_are_amounts=”true” /] [paytium_total label=”Mijn gekozen donatie” /] [/paytium]

Ga naar: andere artikelen | over mij | contact | home