In het racismedebat dat al jaren ons land beheerst, worden twee fouten gemaakt. Dat belet ons de werkelijke uitweg te vinden, terwijl die voor ons ligt. Zonde, gezien velen het debat moe zijn.
De eerste fout is het verkeerd herkennen van het pijnpunt als opzichtig, formeel racisme. ‘Volgens onze Grondwet is iedereen toch gelijk?’ ‘Racisme is toch overwonnen in onze prachtige, moderne rechtsstaat?’ Begrijpelijk, maar we zijn er nog niet. Want het gaat om institutioneel racisme: een onbewust racisme dat zich heeft vastgeroest in ons doen en laten, van zowel witte als donkere mensen. Je moet het alleen nét zien.
Michel Foucault verklaart hoe we vanzelf handelen naar verschillen die we in taal scheppen. Als we een autochtoon en allochtoon onderscheiden, en maar blijven benoemen dat de laatstgenoemde moet ‘inburgeren’ of zich moet ‘aanpassen’, dan gaan we dat verschil onbewust in onszelf en ons gedrag inprogrammeren.
Institutioneel racisme omvat ook ‘vanzelfsprekendheden’ en beelden die weerspiegeld worden in opvoeding, media en gewoonten. De Amerikaanse academica Peggy McIntosch zag dat donkere mensen niet de tv aan kunnen zetten met de zekerheid vertegenwoordigd te worden door etnisch gelijke rolmodellen; of dat ze zich überhaupt moeten afvragen of een afgewezen sollicitatie racistisch gemotiveerd is. Inderdaad, voor witte mensen vanzelfsprekendheden.
Institutioneel racisme bestaat nog omdat de samenleving ons dagelijks conditioneert het te conserveren. Maar wijzelf vormen die samenleving, en dus conditioneren wij onszelf – een ongemakkelijke conclusie.
Vanaf daar begaat men de tweede fout. Praktisch gaat het dan zo: de donkere mens heeft deze machtsstructuren eerder door, omdat die daar dagelijks feller mee geconfronteerd wordt, en beschuldigt vervolgens de witte mens van racistisch, fout handelen. Maar laatstgenoemde heeft zichzelf nooit als racist gezien. Zijn intuïtieve reactie: terugvechten.
En bam, daar wordt een discussie geboren – zie Zwarte Piet – waar niemand blij van wordt; en waarbij er met één vraag in de rondte wordt gestrooid: wie heeft de schuld? Nou, wij allemaal. Misschien niet bewust, maar we zijn allemaal geconditioneerd om institutioneel racisme in stand te houden.
Moddergooien of met de beschuldigende vinger wijzen is daarom volslagen zinloos. We zijn collectief verantwoordelijk om institutioneel racisme te bestrijden. Dat kan echter alleen door naar elkaar te luisteren in plaats van te blijven schreeuwen.
Waarom proberen we het niet eens, bijvoorbeeld als dit jaar de Zwarte Pietendiscussie losbarst? Laten we eens elkaars opiniestukken lezen, ons verdiepen in elkaar, oprechte interesse en empathie tonen naar elkaar. Noem het een links ideaal, maar beschaafde dialoog heeft nog nooit slachtoffers, ordeverstoring en leed veroorzaakt.
Daarom is zo’n beschaafd discours een pijler van onze rechtsstaat, en is er geen andere uitweg uit dit debat. Als we blijven verzaken dat in te zien, saboteren we onszelf weer een jaar – als individu en samenleving – om institutioneel racisme op te lossen.
Uit De Volkskrant.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.[paytium name=”Eenmalige donatie Tahrim Ramdjan” description=”Eenmalige donatie Tahrim Ramdjan”] [paytium_dropdown label=”Ik doneer” options=”1,50/5/10/25/100/250″ options_are_amounts=”true” /] [paytium_total label=”Mijn gekozen donatie” /] [/paytium]