Mijke de Kok (40) behoort tot de veertig veelbelovendste architecten in Europa. Ze won de 40under40-award voor haar drijvende huis in Noord en het nieuwe kantoor van Artsen zonder Grenzen.
Gefeliciteerd met de award. Dat is vast een lichtpuntje in deze tijden.
“Ja, zeker. Het is heel leuk om op deze manier waardering te krijgen voor wat ik doe. Juist nu, omdat het een onzekere tijd is: opdrachtgevers wachten nu even. Maar dat betekent niet dat we geen werk hebben. Zo hebben we bij Studio Valkenier ooit een ontwerp gemaakt voor mobiele statafels op wielen, dat nooit helemaal van de grond is gekomen. Je bent immers altijd druk met andere ontwerpen. Maar voor die mobiele statafels is nu momentum omdat iedereen thuiswerkt. Daar zijn we nu mee bezig.”
Waarom werd u architect?
“Toen ik jong was, vond ik het al heel leuk om ruimtelijke puzzeltjes te maken. Tekenen lag me ook erg. De combinatie van wiskundig inzicht met creatief ontwerpen bracht me bij de studie bouwkunde aan de TU Delft, waar ik in 2005 afstudeerde. Tijdens mijn studie leerde ik Wouter Valkenier kennen, die sindsdien mijn partner in het dagelijks leven is.”
In 2015 werd u partner bij zijn architectenbureau Studio Valkenier. Waarom?
“Dat begon met onze woning. Ik werkte toen freelance als zelfstandig architect, maar onze woning wilden we natuurlijk samen doen. Ik had al een affiniteit met duurzame projecten, en toen hoorden Wouter en ik over een groep enthousiastelingen die duurzaam wilden wonen op water. Ze hadden nog geen locatie gevonden. Wij hebben meteen gezegd: daar willen we aan meedoen. Uiteindelijk heeft de woongroep zich ontwikkeld tot de wijk Schoonschip, ten oosten van de NDSM-werf in Noord. We begonnen met het project in 2011, vorig jaar was onze woning eindelijk klaar.”
U won de Europe 40under40-award onder andere voor dat project. Wat is er zo bijzonder aan?
“Dat heeft te maken met de expertise van Studio Valkenier: we bedenken niet alleen een ontwerp, we leiden ook de bouw. Zo hebben we de bak waarop onze woning is gebouwd, laten storten bij een werf in Diemen. De eikenhouten constructie van het huis is in Duitsland met een laser op maat gemaakt, en in een grote vrachtwagen als bouwpakket vervoerd. Vervolgens hebben vijf Duitse timmerlieden een week lang de constructie ter plekke in elkaar gezet; een unicum op het water! Ze deden dat op een vergelijkbare manier als bij de grachtenpanden in Amsterdam: toentertijd deed men dat op maat maken met de hand, maar dat is tegenwoordig onbetaalbaar.”
U won de prijs ook voor de herinrichting van het Artsen zonder Grenzenkantoor.
“Ja, dat was heel leuk. Zij hebben een groot pand op de Plantage Middenlaan, waar de organisatie langzamerhand in is gegroeid. Ze hebben in de loop der jaren verdiepingen van andere bedrijven overgenomen, maar al die verdiepingen waren verschillend ingericht. De ene had hokjes, de andere open ruimtes. Tegelijkertijd komen veel mensen uit het veld langs op het hoofdkantoor, om te briefen of te debriefen. Zij konden moeilijk de weg vinden in het gebouw.”
“Binnen de organisatie moesten mensen nog ontdekken hoe ze het beste konden samenwerken in het pand. Ik heb toen workshops georganiseerd om erachter te komen wat hun wensen waren voor het ontwerp. Bij zo’n organisatie is het toch complex: je moet weten hoe de organisatie werkt, wat ze wil, wat er wel en niet kan. Als je dat goed weet en ernaar handelt, krijg je zoveel waardering terug voor je werk. Dat is waanzinnig.”
Uw projecten draaien om duurzaamheid. Hoe is dat te zien in uw projecten?
“De rode draad in al mijn projecten is hergebruik van materialen. Een voorbeeld is de kroonluchter die Wouter en ik in ons huis hebben hangen. Die is gemaakt van oude straatlantaarns die de gemeente in een container had gegooid, omdat ze de straatlantaarns vervingen door ledlampen. Dat ontdekten we toen we bezig waren met een project in de Stadstimmertuin. We zijn toen letterlijk in de afvalcontainers gaan kijken en hebben die lampen eruit gevist. Ook hebben we in ons huis de houten balken verbonden door zwaluwstaartverbindingen in plaats van schroeven. Daardoor verbruik je geen staal en is de milieubelasting van je ontwerp veel kleiner. Bij Artsen zonder Grenzen hebben we van de stalen kozijnen die we moesten vervangen kroonluchters en vitrines gemaakt, in plaats van ze weg te gooien.”
Hoe beïnvloedt dat uw manier van ontwerpen?
“Die verschilt daardoor erg van die van andere architecten. Voor mij zit de meerwaarde erin de extra laag en diepte van duurzaamheid aan onze ontwerpen te geven. Maar als je materialen hergebruikt, betekent het ook dat je telkens je ontwerp moet omgooien wanneer je iets nieuws hebt gevonden om erin te verwerken. Daarnaast vind ik het belangrijk om in teams te werken. Als zelfstandig architect is er het risico dat je je, gebogen over je tekentafel, helemaal stukbijt op een ontwerp.”
“Voor het ontwerp van onze eigen woning hebben we een etentje georganiseerd voor een stuk of 25 bevriende creatievelingen: van fotograaf tot journalist en mede-architecten. Met elkaar hebben we een aantal ontwerpen uitgedacht. Sommige ideeën waren zo goed dat we die hebben overgenomen.”
Dat klinkt als een project van de lange adem.
“Klopt, maar dat levert ook ontzettend veel op. Je maakt iets unieks, iets wat niet zomaar ergens anders gebouwd kan worden. Ik word nog steeds ontzettend gelukkig van de ruimtelijke indeling van onze woning, die helemaal zon-georiënteerd is. We hebben op elk moment van de dag wel ergens zonlicht, en de weerkaatsing van de zon op het water is idyllisch.”
Wat kunnen uw ontwerpen voor de rest van de stad betekenen?
“Mijn buren en ik hebben in Schoonschip een aantal pilots lopen, waar ook de stad of zelfs het rijk aan meewerkt. Zo mag je als huishouden normaal gesproken geen overtollige energie terugleveren, maar wij hebben hier in de wijk allemaal zonnepanelen, waarmee je soms meer energie opwekt dan je nodig hebt. Daarom hebben we onze huizen geschakeld, zodat we onderling energie kunnen uitwisselen. Ook dat is een hergebruik van materialen. We willen dat idee uitbreiden en er een soort valuta of rekeneenheid aan koppelen. Een onderzoeksinstituut is daarmee bezig, zij ontvangen er Europese subsidie voor. Dat zou op termijn veel kunnen betekenen voor de stad.”
Wat wordt het volgende project?
“We zijn nu bezig met een project buiten Amsterdam: Rijk van Rorik. Studio Valkenier heeft namelijk een wedstrijd gewonnen om een landgoed vlak bij Beverwijk te ontwerpen en ontwikkelen, met een voedselbos en camping. Studio Valkenier gaat een groepsaccommodatie bouwen. Verder willen we bij Café de Ceuvel in Noord een laagdrempelige kunstgalerie opzetten, de Ceuvel Gallery. Daar willen we ook werk van lokale kunstenaars exposeren. Zo kunnen we die plek nog meer met de buurt verbinden. De eerste expositie was bijna klaar, maar toen kwam de coronacrisis. Zodra er weer mogelijkheden zijn, gaan we meteen open. Dat wordt een bijzondere toevoeging voor Amsterdam-Noord.”
Zij van Bret en Hannekes Boom
Het Amsterdamse architectenbureau Studio Valkenier, dat gerund wordt door Mijke de Kok en haar partner Wouter Valkenier, was betrokken bij meerdere bouwprojecten in de stad. Zo was het bureau, samen met onder anderen architect Gijs de Waal, actief in de teams die café Hannekes Boom aan de Dijksgracht en het groene stationsplein met het knalrode restaurant Bret bij station Sloterdijk hebben geïnitieerd en ontworpen. Ook hebben Valkenier en De Kok in teamverband het gemeentelijk vergadercentrum Stadstimmertuin – op de locatie van de voormalige Stadsdrukkerij in Centrum – ontworpen, evenals broedplaats de Ceuvel in Noord en de Tuin van Bret, naast het restaurant.
Verscheen in Het Parool.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.[paytium name=”Eenmalige donatie Tahrim Ramdjan” description=”Eenmalige donatie Tahrim Ramdjan”] [paytium_dropdown label=”Ik doneer” options=”1,50/5/10/25/100/250″ options_are_amounts=”true” /] [paytium_total label=”Mijn gekozen donatie” /] [/paytium]